Het geduld van Loekmaan[1]

(Roemi, Masnavi Boek III: 1842-1855)


Hoe Loekmaan1 toen hij zag hoe David - vrede zij met hem - bezig was ijzeren ringetjes te maken zich ervan weerhield hem naar het hoe en waarom daarvan te vragen, met de bewuste bedoeling dat wanneer hij zijn nieuwsgierigheid bedwong dat uiteindelijk de oplossing zou brengen.    


Loekmaan ging naar David, de zuivere van hart, en zag hoe die verheven vorst bezig was ijzeren ringetjes te maken die hij daarna aan elkaar vastmaakte. Omdat hij nooit eerder had gezien hoe een wapenrusting gemaakt werd, bleef hij verbaasd staan kijken en werd steeds nieuwsgieriger.  


`Wat is dit? Ik zal hem vragen wat hij aan het maken is met die in elkaar gevoegde ringetjes.’  

Maar toen zei hij bij zichzelf: `Geduld is de leidsman die je het snelst voert naar hetgeen je zoekt.

Als je geen vragen stelt, wordt het geheim je des te sneller geopenbaard: de vogel geduld vliegt sneller dan alle andere. En als je wel vragen stelt, duurt het langer vóór je bereikt wat je wilt. Wat gemakkelijk is wordt moeilijk door je eigen ongeduld. ’Loekmaan zei dus niets en vóór hij het wist was David klaar met zijn werk. Toen maakte hij er een maliënkolder[2] van en trok dat aan waar de nobele, geduldige Loekmaan bijstond.`Dit, jongeman, is een uitstekende uitrusting om op het slagveld en in de oorlog slagen af te weren,’ zei Loekmaan. En hij vervolgde: `Geduld heeft ook een uitstekende uitwerking, want dat beschermt en verdedigt je waar ook ter wereld tegen pijn. ’God heeft geduld (sabr) gekoppeld aan wat werkelijk (haqq) en eeuwig is. Lees aandachtig het eind van Soera al-Asr.[3] God heeft honderdduizenden elixers geschapen, maar voor de mens is er geen beter elixer dan geduld.  


De karakters in het verhaal van Loekmaan en David
:

Twee figuren spelen in dit verhaal een rol: David (die ik me vaag herinner uit verhalen uit de Bijbel) en Loekmaan. Het is duidelijk dat de echo’s van de heilige boeken in dit verhaal doorklinken. Mevlana Djalal-oed-din Roemi gaat ervan uit dat wij die verhalen kennen. Ik moest dus eerst mijn geheugen opfrissen.

De islamitische traditie beschouwt Loekmaan[4] als een wijze die streeft naar innerlijke volmaaktheid. God gaf hem wijsheid. Vanuit het soefisme bekeken beoefent hij adab, een spirituele vorm van hoffelijkheid. In de Koran staat dat hij zijn zoon onderwijst over de eenheid van God, de enige kracht in het heelal die alles aan het licht kan brengen en die weet wat er in ons omgaat. Geduld, uithoudingsvermogen, nederigheid, liefdevolle vriendelijkheid, hoffelijkheid en bescheidenheid zijn de eigenschappen die God naderbij brengen. Er is een verhaal waarin God Loekmaan laat kiezen of hij een profeet of een wijze wil worden. Hij kiest ervoor om een wijze te worden. Nadat Loekmaan de raadsman van David is geworden, zegt de laatste: `U bent gezegend, Loekmaan. U is wijsheid geschonken en u is ellende bespaard gebleven, terwijl mij gezag is geschonken en ik beproevingen en rebellie heb ondervonden.’  

In het Oude Testament en in de Koran is David[5] een van de boodschappers uit het volk. Hij werd heerser, krijger, dichter en musicus. De psalmen die we uit het Oude Testament kennen en die in de Koran genoemd worden werden hem door God ingegeven om ons te laten zien hoe groot God is. Omdat David zich altijd tot God wendde om leiding werd hem het gezag geschonken om als Zijn vertegenwoordiger op aarde op te treden. God schonk hem ook de kunst van het maken van maliënkolders[6]. Deze uitrusting die je gebruikt om jezelf te verdedigen dient om angst te verdrijven en slagen die vanbuiten komen af te weren. David is een voorbeeld bij uitstek van de dienaar die omwille van God de mensheid dient. Door zijn dienstbaarheid en het feit dat hij zich tot God wendde kreeg hij heel veel innerlijke kracht.  

In het verhaal van Mevlana wordt David `zuiver van hart’ genoemd. Wat wil dat zeggen? David was een sterke leider die zijn volk langs de middenweg leidde en God raadpleegde, maar door het verhaal in de Bijbel weten we dat hij in Gods ogen zeker niet zonder fouten was. In de islam is het echter godslasterlijk ook maar te veronderstellen dat de profeten zich schuldig zouden kunnen maken aan zonden en daarom verschillen de verhalen over de profeten in de Bijbel en de Koran vaak van elkaar. Een voorbeeld van zo’n tragische fout wordt gegeven in het oud-testamentische verhaal van David en Bathseba. David ziet een prachtige vrouw en begeert haar. Zij is getrouwd, maar slaapt desondanks met David en wordt zwanger. In zijn positie als koning geeft David opdracht Bathseba’s man, Uria, in de frontlinie te plaatsen zodat hij in de strijd zal omkomen. Die laaghartige daad stelt hem in staat met Bathseba te trouwen en ze krijgen een zoon, Salomo.  

Verderop in het verhaal wordt David gestraft en toont berouw over wat hij heeft gedaan. Dit is het gedeelte van het verhaal dat je ook in de Koran aantreft. Er komt een man die door God gezonden is bij David met een juridisch geval. Hij vertelt David over twee mensen, de een rijk en de ander arm. Het enige wat de arme man heeft is een lammetje, waar hij heel veel van houdt. Als de rijke man gasten heeft, neemt hij de arme man zijn lam af om het voor de maaltijd te slachten. Als David dit hoort, maakt het hem zo boos dat hij zegt: `De man die dat gedaan heeft is een kind des doods. Hij moet de man ruimschoots voldoening geven, want hij heeft dat gedaan zonder dat hij mededogen met de arme man had.’ Dan zegt de man die door God naar David toe gestuurd is: `Die man bent u!’ Het dringt tot David door wat hij gedaan heeft en hij zegt tegen de man die hem door God is gezonden: `Ik heb gezondigd tegen God.’ Door zijn eigen hart te onderzoeken is David in staat de oorzaak en de gevolgen te zien van wat hij gedaan heeft en toont berouw. David wordt dus niet zuiver van hart genoemd omdat hij zonder zonde is, zijn zuiverheid is het gevolg van zijn innerlijke worsteling en het feit dat hij alle tests doorstaat.


Mijn commentaar op het verhaal met een bespiegeling op Soera Sâd[7]

Wat kunnen we uit het verhaal van Mevlana leren? Loekmaan ziet David iets doen dat hij nog nooit eerder heeft gezien: het vervaardigen van een maliënkolder. Hij beseft kennelijk dat het niet goed is David bij zijn handwerk te storen. Dan zou hij om zijn eigen nieuwsgierigheid te bevredigen tussenbeide komen. Het werk dat David met de ijzeren ringetjes doet heeft een innerlijk aspect. Het is een kunst die hem door God is ingegeven om angst te verdrijven en slagen af te weren. Davids werk heeft veel weg van een spirituele oefening. Misschien was het met eindeloos geduld in elkaar voegen van de stalen ringetjes wel het middel om Gods eeuwige tegenwoordigheid waaraan geen denken te pas komt te ervaren. Dit werk van het gedenken maakt dat we ons bewust worden van de kameraadschap van God, die ons leiding geeft en ons net als een maliënkolder beschermt. Loekmaan had inderdaad zijn directe behoefte aan informatie kunnen bevredigen als hij David had gevraagd wat hij aan het doen was, maar dan had hij de intieme uitwisseling van energie tussen de Heer van het heelal en Zijn dienaar verstoord.

Als we geen geduld kunnen opbrengen, maken we de dingen ingewikkelder en moeilijker dan ze zijn omdat we ons distantiëren van God. Maar zonder nieuwsgierigheid van onze kant wordt alles heel saai en kunnen we niet uitgroeien tot ons volle potentieel. We leren beslist iets door de nieuwsgierige vragen die we stellen, maar nieuwsgierigheid vraagt vaak om onmiddellijke genoegdoening. `Wat is dat?’ `Dat is een maliënkolder.’ `Laten we het eens uitproberen.’ Dat is ook een manier om de dingen te ordenen en een plaats te geven. Als we er echter voor kiezen ons op de achtergrond te houden en de kat uit de boom te kijken, kunnen we rekenen op de kritiek en de sceptische houding van de mensen die dat klinkklare onzin vinden. Handelend optreden en niet rustig afwachten is de mens eigen, het is de enige manier waarop hij denkt greep op de dingen te kunnen houden! Dit is in wezen een houding van ongeloof omdat de mens daarmee te kennen geeft dat hij eigenlijk alleen vertrouwt op wat hij zelf doet en niet op God. Die `ongelovigen’ vind je altijd en overal en ze keren zich vaak gezamenlijk tegen degene die zich niet door angst, maar door vertrouwen wil laten leiden. Door bij alles wat je meemaakt geduld te oefenen én de waarheid onder ogen te zien wordt de ervaring van het leven op aarde de leidraad tussen het hiervoor- en het hiernamaals. We kunnen geduld oefenen als mensen vervelende dingen tegen en over ons zeggen. We kunnen ons naar binnen keren en innerlijke kracht putten uit onze bron en het verbond indachtig zijn dat God met ons en wij met God gesloten hebben. Vandaaruit kunnen we bewuste beslissingen nemen waarbij alles zin en betekenis krijgt en in overeenstemming is met de wil van God.

We gaan vaak zo onprettig met anderen om omdat we voelen dat in onze omgang met andere mensen die innige verbondenheid ontbreekt waarnaar we in ons hart zo diep verlangen. Uiteindelijk is een spiritueel leven het enige dat dat intense gemis kan wegnemen. Als we op dat moment naar onze pijn kunnen kijken en de schijnwereld zien waarin we ons bewegen, kan de harde steen die zich in onze borstkas heeft gevormd weer zacht worden.

Nemen we afstand van het wereldse denken dan worden we ons bewust van de schoonheid om ons heen die direct verwijst naar de bron van schoonheid. Als we ons tot God wenden om Hem te gedenken dan is Hij zeker bereid ons onze dwalingen te vergeven. Hij weet dat we van het rechte pad afwijken als we ons laten leiden door begeerte en egoïsme. Ongeloof gaat vaak gepaard met een mechanisch wereldbeeld zonder betekenis of doel waarin we hopeloos verstrikt zitten in de verlangens van het lagere zelf. We groeien in geloof en liefde als we tot de ontdekking komen dat onze essentie ligt in overgave.

Het `rechte pad’ is een transformatieproces waarbij we gaandeweg leren de tegenstrijdige impulsen die in ons opwellen met elkaar te verzoenen. Wanneer we zover komen dat het verbond met God altijd in onze gedachten is, doen onze rijpheid en ons geloof dienst als het zegel van Salomo, waardoor al die opwellingen tot rust gebracht worden. We kunnen ons werk in de wereld doen in het volle vertrouwen dat God zorgt voor de rest. We kunnen proberen dienstbaar te zijn zonder eigenbelang. God beproeft onze oprechtheid, maar biedt ons tegelijk een bron van genezing als we contact hebben met ons gevoel en daaraan uiting geven. We ontdekken dat er zich onder deze emoties een vredige tuin bevindt met een fontein die ons kan voeden en verfrissen. Als tot ons doordringt dat God mededogen met ons heeft als wij meedogend zijn jegens anderen, gaan we steeds meer zien dat alles met elkaar samenhangt en afhankelijk is van God. We kunnen hier op aarde het bewuste besluit nemen om dingen te veranderen. Wij zijn als enigen verantwoordelijk voor de gedachten en gevoelens die we koesteren. Dit kun je een ander niet verwijten. Als we fouten in anderen zien, richten we de blik te laag, waardoor we naar beneden getrokken worden. We zijn allen uit aarde vervaardigd en ademen - of we dat nu weten of niet - nog steeds Gods geest en keren allen naar Hem terug. Wat er in het hiernamaals gebeurt, gaat onze voorstelling te boven. De enige reden waarom het kwaad in de wereld bestaat is dat het de mens tot het einde der tijden zal proberen te verleiden. Als we ons van God bewust worden, vinden we in ons hart wat er nodig is om in Zijn tegenwoordigheid te verblijven. Je zou dit kunnen zien als het trainen van het hart, iets dat je, wil je werkelijk in deze wereld aanwezig zijn, moet leren. Het hart is de kern van de psyche, de drempel tussen ego en geest, de plaats voor innerlijke openbaringen. Is het hart eenmaal ontwaakt, dan worden we ons ervan bewust wat de omgang met elkaar eigenlijk van ons vraagt. Er is een juiste houding voor ieder levensterrein. Het verhaal van David en Loekmaan is altijd illustratief geweest en Saadi zegt in zijn Rozentuin: `Toen Loekmaan zag hoe David met zijn handen staal kon buigen, zweeg hij en wachtte geduldig tot hij het wonder zelf begreep.’

Loekmaan beoefent het geduldsaspect van adab. We leren pas echt wanneer we vertrouwen hebben en accepteren dat we niet alle antwoorden hebben en dat in onze worsteling Gods leidende hand aanwezig is. De basisvaardigheden die we nodig hebben om ons te beschermen, zoals het bouwen van een huis, het aanleggen van een vuur, samenwerking en broodwinning, doen een beroep op de creativiteit die we in ons hebben. Dit is een grenzeloze, creatieve kracht van een liefhebbend heelal die in elke lege beker wordt uitgestort. De stappen in de evolutie die altijd plaatsvinden zijn een stapsgewijs proces van verfijning en toepassing dat zich met vallen en opstaan voltrekt. Om de volgende stap te kunnen zetten moeten we onze oude manier van doen die is rond een uitgeleefd beeld van onszelf is opgebouwd loslaten. Dit is de strijd waarvoor het leven ons stelt en we zullen waarschijnlijk tot het einde toe fouten blijven maken. Desondanks moeten we beslissingen nemen. Soms moeten we een stapje terug doen om de dingen in het juiste perspectief te zien. Het feit dat we hier maar even zijn en ons slechts een bepaalde tijd is gegeven maakt dat we meer bij de dingen stilstaan. We moeten ons bewust zijn van het doel van ons leven en onze tijd goed gebruiken. Als we ons leven in dienst stellen van God en daar energie uit putten, verruimt het bewustzijn zich en overstijgt de grenzen van het ego. Vandaar dat een spirituele band zo belangrijk is. Er is een hadieth die zegt: `Pas op voor de heldere blik van de gelovige, want hij ziet echt met het licht van God.’ God wil dat we elkaar bijstaan door elkaar eraan te herinneren dat we een waarachtig leven moeten leiden, dat we richting aan ons leven moeten geven, maar ook geduld moeten oefenen bij tegenslag.


Sipko den Boer  
Voorburg, 31 mei 1999

 

[1] Een wijze die in de Koran genoemd wordt - en die dan ook door velen als een profeet wordt beschouwd - die bekend stond om zijn wijsheid.  
[2]
Een buigzaam harnas van ringetjes die aan elkaar zijn vastgemaakt.  
[3]
Koran, soera al-Asr (De loop van de tijd) 103:1-3.

In de naam van God de Erbarmer, de meest Barmhartige  
Bij de loop van de tijd!  
Waarlijk, de mens lijdt zeker verlies!  
Behalve degenen die geloven en goede werken verrichten en elkaar aansporen tot de waarheid en tot geduld.

[4] Lees over Loekmaan in de Koran, soera: 31:12; 31:13; 31:16-19  
[5]
Lees over David in de Koran, soera:  2:251; 4:163; 5:78; 6:84; 17:55; 21:78; 21:79; 27:15; 27:16; 34:10; 34:13; 38:17; 38:22; 38:24; 38:26; 38:30. Lees over David in het Oude Testament: Ruth 4:17; I Samuel 16-31; II Samuel.
[6]
Vergelijk Koran, Soera al Anbi’jâ ( De profeten) 21:80  
[7]
Koran, Soera Sâd ( De letter Saad) 38:1-88.