Standvastigheid en trouw om wat we geloven en doen
met elkaar in overeenstemming te brengen

Sipko den Boer

 

“Hoe vaak schieten we niet tekort omdat ideaal en nobel streven en ons doen en laten niet met elkaar stroken? Het lijkt soms net of al onze goede bedoelingen verpakt blijven in mentaal cellofaan. Ze moeten nog in het hart uitgepakt worden zodat de smaak en geur ervan kan doordringen in de romp en ledematen. We moeten op de een of andere manier doortrokken raken van hun betekenis en energie, om zo in onszelf een standvastigheid aan te kweken die vanuit onze diepste overtuiging via onze relaties helemaal gaat tot aan onze meest hardnekkige gewoonte patronen.”[1]

Mevlana Roemi zegt in gesprek nummer zeven van de Fihi ma fihi[2]: “In de mens bestaan veel verschillende dingen. In hem zijn zowel de rat als de vogel. Soms neemt de vogel de kooi op zijn wieken mee naar boven maar dan trekt de rat haar weer naar beneden. In de mens bevinden zich honderdduizend wilde beesten en zij zullen nooit een worden, tenzij zij het punt bereiken waar de rat zijn rattenbestaan opgeeft en de vogel zijn vogelaard. Het gezochte doel is niet hoog en niet laag en wanneer dat wat gezocht wordt gevonden is, zal hoog en laag niet meer bestaan.”

Dag en nacht is er beweging van schuim op de Zee.
Je ziet het schuim maar niet de Zee. Opmerkelijk!
Als boten botsen en klotsen we tegen elkaar:
Onze ogen zijn verduisterd, ook al bevinden we ons in klaar water.

O jij, die bent ingeslapen in de boot van het lichaam
jij hebt het water wel gezien
maar kijk nu eens naar het Water van het water,
Het water heeft een Water[3] waardoor het wordt gestuwd;
de geest heeft een Geest waardoor hij wordt geroepen.

(III, 1271-1274)[4]

 

Nu Roemi, DAGLICHT in de winkel ligt werken Aleid en ik door aan een nieuwe bloemlezing met gedichten uit boek 3,4,5 en 6 van de Masnavi. De woorden van Mevlana Djalaloeddin Roemi hebben zoveel diepgang dat ze mij telkens opnieuw raken, helemaal nu ze mooi in het Nederlands vertaald zijn. In het bovenstaande fragment lees ik dat we verblind door angst voortdurend op elkaar reageren en de echte Oorzaak over het hoofd zien. Het lijkt zelfs nodig te zijn voor het leerproces om door schade en schande op een gegeven ogenblik de dingen in juiste verhouding te leren zien en zo tot een echt mens te worden. Als ik mijzelf de tijd gun voor het verwerkingsproces, waarbij de impressies van het dagelijkse leven van de spiegel van het hart geveegd worden, vind ik vrede met God, ongeacht de omstandigheden. Soms vraag ik me af, ben ik echt degene die ik graag zou willen zijn? Hoe kan ik eigenschappen zoals eerlijkheid, geduld, vergeving en moed, die ik graag zou willen ontwikkelen, toepassen in mijn relaties? Of houd ik mijn licht liever onder de korenmaat? Het meest belangrijke voor mij is te geloven en te vertrouwen dat God mij een leven geeft waarin Hij in alle ervaringen die nodig zijn voorziet. Dit kan betekenen dat mijn geloof vanuit deze openheid op de proef wordt gesteld, dat ik aan mijn zwakheden wordt blootgesteld of dat ik met mijn sterke punten vrede sluit.

En er is niets of het berust in Onze voorraadschuren
en Wij zenden het slechts in gepaste mate naar beneden.[5]

Zonder water wordt aarde geen baksteen
en hij wordt dat ook niet met teveel water.


(II:proloog)[6]

Mevlana licht deze passage uit de Masnavi in een van zijn gesprekken als volgt toe: “Er is niets goed en niets slechts waarvan Wij geen oneindige voorraden hebben. Maar Wij zenden het naar beneden in overeenstemming met de bekwaamheid van de mensen en hun vermogen. Ja, inderdaad je kunt ‘gelovig’ zijn en toch niet weten waarin je gelooft net als een kind dat gelooft in het brood zonder te weten waarin het gelooft. Op dezelfde manier verdroogt de vrucht en verdort de boom door gebrek aan water, maar hij weet niet wat dorst is”

Brood, dat op het tafelkleed ligt, is een onbezield ding, maar in het menselijk lichaam wordt het een blijde geest des levens. De verandering komt niet tot stand op het tafelkleed; het wordt door de instinctieve ziel met behulp van het water van de Salsabil in hoger leven omgezet.

Wat is het water van Salsabil? Voor zover ik het begrijp, is het een fontein, die wordt genoemd in de Koran. Soera al-Insan (De Mens) 76:18.  Een fontijn met het levenswater, water waarmee je indrukken weg kunt wassen en jezelf kunt verfrissen met nieuw leven en nieuw geloof. Salsabil betekent ook, “vind je weg naar het paradijs door het goede te doen” of “zoek de weg” De weg naar de tegenwoordigheid van de meest Verhevene is nu open. Het feestmaal staat klaar.  Bereid je erop voor of “vraag naar de weg” (het middel tot eenheid met God, [Masnavi VI, 3502]) Maak geen weg vanuit je begeerte, maar vraag de weg in de richting van al-Salsabil aan de luisterrijke tegenwoordigheid van Allah.

Iemand heeft eens omdat ik zo wantrouwig was ten opzichte van religieuse instellingen tegen mij gezegd, “religie is als water” Ik begin te zien dat we het water nodig hebben in ons transformatie- en bewustwordingsproces. Het water van Salsabil kan een symbool zijn voor de kracht van assimilatie.

Mevlana onderstreept dit in een andere passage (I, 1480-1487) waar hij zegt: “Kijk naar wat wij doen en wat God doet. Het lijdt geen twijfel dat wat wij doen bestaat. Dat is zonneklaar. Als wat schepselen doen niet centraal staat zeg je niet: ‘waarom heb je dat gedaan?’ Het creatief optreden van God geeft het aanschijn aan wat wij doen. Wat wij doen vloeit voort uit het creatief optreden van God. Een denkend wezen ziet de letter (het uiterlijk teken) of de geest (het innerlijk doel). Hoe zou hij twee dingen tegelijkertijd kunnen zien? Als hij zich richt op de geest let hij niet meer op de letter. Geen oog kan tegelijkertijd vooruit en achteruit kijken. Hoe kun je wanneer je voor je kijkt tegelijkertijd achter je kijken? Bedenk dat wel. Hoe kan de ziel omdat ze niet tegelijk de letter en de geest kan zien, de schepper van beide zijn. Mens, alleen God bevat beide: de ene daad weerhoudt Hem niet van de andere.  


[1] Inleiding uit het thema voor Januari van Kabir Helminski voor Threshold Society. Januari 2000.
[2]
Signs of the Unseen, The Discourses of Jelaluddin Rumi. Introduction & Translation by W.M. Thackston, Jr. Threshold books, Vermont, U.S.A. 1994.  
 
Kitab fihi ma fihi, Badiuzzaman Furuzanfar, Teheran, 1378.  

[3]
Vergelijk Koran Soera Al-Anbi’jâ (De Profeten) 21:30, 'Weten degenen die ongelovig zijn niet dat de hemelen en de aarde als een gemengde massa waren en dat Wij hen beide daarop spitsten en dat Wij alle levende dingen uit het water maakten'  De bewering dat God 'alle levende dingen uit water maakte'  brengt een waarheid tot uitdrukking die tegenwoordig algemeen geaccepteerd word door de moderne wetenschap .  
[4]
Uit Gedachtenis-juwelen, een bloemlezing uit de wijsheid van Roemi naar de Engelse bewerking van Camille & Kabir Helminski. Nederlands van Sipko A. den Boer & Aleid C. Swierenga.  Verschijnt voorjaar 2001.  
[5]
Koran, Soera al-Hidjr (Het Rotsachtige Pad) 15:21  
[6]
Uit: Roemi: DAGLICHT, een dagboek van spirituele leiding. Naar de Engelse bewerking van Camille & Kabir Helminski. Nederlands van Sipko A. den Boer & Aleid C. Swierenga. Uitgeverij Servire, Utrecht, 2000.